Christien Duhoux-Rueb maakt ons attent op een stuk van de hand van Annemarie Visser dat in de ‘Lokroep’ is verschenen. Op ons prikbord hangt ook een krantenartikel over de Menno Simonsz lezing 2024.

Menno Simonsz lezing 2024

Op initiatief van de ADS werd dit jaar de twaalfde Menno Simonsz lezing gehouden in de Doopsgezinde kerk in Utrecht met als gastspreker mevrouw Esmah Lahlah. Gezien haar politieke en academische loopbaan een gelukkige keuze! Niet in de laatste plaats omdat ze aanvankelijk als partijonafhankelijk wethouder voor sociale zaken in Tilburg – en later toch lijsttrekker van Groen Links – zich liet overhalen de landelijke politiek in te gaan, om na de verkiezingen het agendapunt bestaanszekerheid te kunnen verbreden met o.a. de versterking van de rechtsstaat.

Haar Marokkaans-Nederlandse achtergrond – enigszins als tweede generatie – maakte haar (in-)zicht en betrokkenheid des te overtuigender. Daarom boeide het betoog over de spanning tussen de systemische en culturele factoren die (niet alleen) bij  zogenaamde minderheidsgroeperingen onvermijdelijk een conflicterende rol spelen.  Met een zakelijke en geïnformeerde benadering (alleen zo houd je het vol!) werd gestaafd  door praktische waarnemingen en reflecties op haar ervaring in het grondvlak. In een woord: iemand die verbindend werkt op vele fronten.

Voorbeelden?

Aan de strategie rond armoede en gemis kunnen stigmatisering en dus (culturele/sociale) vooroordelen ten grondslag liggen die vaak niet onderkend worden door beleidmakers. Erkennen dat mensen “desondanks” gaven hebben, soms ondanks hun eigen inschatting.  Omdat juist die onderschatte waarden ingezet kunnen worden, ook om te helpen bij preventie van uit de hand gelopen situaties en die de vraag: “hoe heeft het zover kunnen komen?” niet ontloopt.

Een maatschappelijk probleem verindividualiseren en niet erkennen dat veel structureel bepaald wordt, waardoor de schuldvraag niet wordt vermeden maar wel onzuiver wordt gesteld. Zo kan de vraag naar verantwoordelijkheid opnieuw gesteld worden en zijn mensen niet alleen  “cliënten”.

Hoe goed regelgeving ook geregeld wordt – ze geven zelden effectieve feedback waardoor die gedoemd is tot symptoombestrijding. Wanneer in een welvaartssamenleving alleen de inkomenskant van welvaart wordt benadrukt, meestal allesbepalend voor “aan de rijke of arme kant staan”, wordt het menselijk kapitaal onderschat.

Zo zou het wel eens kunnen dat geloofsgemeenschappen met een dissidente of minderheidstraditie meer beseffen hoe die spanning tussen het persoonlijke en het structurele niet alleen uitput maar ook een kostbaar gegeven blijkt te zijn en zo de opdracht geeft steeds weer het evenwicht tussen die twee te zoeken.

Daarbij aangetekend dat het aanwezige kapitaal van (vroegere) migrantengroepen langzaam maar zeker is komen te liggen bij de tweede en derde generatie. We hebben een gemeenschappelijke agenda. De ter zake doende vragen die daarna gesteld werden gaven blijk van de betrokkenheid van de spreekster en het belang van samenhang in een tijd waarin groepen tegen elkaar uit gespeeld dreigen te worden. Het thema van haar lezing was dan ook “We hebben het over mensen”.

Anne-Marie Visser