Met Pasen 1968 werd het nieuwe kerkgebouw aan de S.M. Hugo van Gijnweg in gebruik genomen.
In het ADW van 13-04-1968 verscheen het volgende stuk van de hand van Mr. E.Wytema (voorzitter van de kerkenraad).
Kerkbouw in Dordrecht voltooid
Het kerkje, waarvan de eerste paal op 24 mei 1967 is geslagen, is thans nagenoeg voltooid. Nadat op Goede Vrijdag het Avondmaal zal zijn gehouden in de oude kerk, waarvan het interieur met de week troostelozer wordt, zal de eerste dienst in de nieuwe kerk op 1e Paasdag plaats hebben. Op 21 april zal het gebouw officieel in gebruik worden genomen.
Onze kerk is gelegen aan een grote toegangsweg tot de nieuwe woonwijken van Dordrecht Precies voor de kerk is een bushalte gekomen. Lange stroken aan weeskanten van de S.M. Hugo van Gijnweg, waaraan het gebouw ligt, zijn tot parkeerruimte bestemd. In de tegenwoordige tijd een gelukkige omstandigheid, maar anderzijds een nadeel in verband met de mogelijkheid van lawaai veroorzaakt door het zich langs de weg voortbewegend gemotoriseerd verkeer.
Met die mogelijkheid is rekening gehouden bij de vormgeving van ons gebouw. Daarvan kan men het volgende zeggen: het complex heeft, zeer schematisch aangegeven, de vorm van een hoefijzer, waarvan de uiteinden ongeveer 3 meter van elkaar zijn verwijderd. Wandelt men tussen die uiteinden door dan komt men op een met “kinderhoofdjes” geplaveid binnenplaatsje, waarop de toegangsdeur uitkomt. Is men die deur ingegaan, dan gaat men naar links via de hal de kerkruimte in. Aan de overzijde in de hal heeft men twee toiletten, een keuken en een deur naar de kelder die wij ten behoeve van de verhuurbaarheid van het gebouw hebben laten bouwen. Aan de rechterzijde bevindt zich de nevenruimte.
De kerkzaal van circa 8 bij 11 meter biedt ruimte aan maximaal 100 personen. Van deze zaal zou men kunnen zeggen dat zij een grote eenvoud aan een fijnzinnige artisticiteit paart. In de eerst plaats valt de vier meter hoge houten toegangsdeur op, die in wezen de gehele ruimte reeds karakteriseert. Voorts het plafond dat met twee schuine vlakken die elkaar ongeveer ter hoogte van de deur ontmoeten een hoogtewerking suggereert. De wanden zijn wit, de vloer bestaat uit donker geolied vurenhout. Ramen zijn niet aanwezig in verband met de ligging aan de weg. Het daglicht valt binnen door een drietal verticale raamvlakken waarvan de breedte ongeveer drie meter bedraagt terwijl de hoogte overeenkomst met die van de zaal.
Die raamvlakken zijn gekeerd naar de richtingen waar het verkeerslawaai niet vandaan komt en zijn dusdanig als het ware in kokers uitgebouwd dat zij vanuit het grootste deel van de kerkruimte niet te zien zijn. Men aanschouwt dus het binnenkomend daglicht zonder te zien op welke wijze het invalt. Het meubilair in de zaal hebben wij zo sober mogelijk gehouden. Lessenaar en Avondmaalstafel zijn door de architect ontworpen. Enerzijds eenvoudig, anderzijds als wezenlijk bestanddeel van de ruimte en die ruimte duidelijk karakteriserend. Merkwaardig is dat men in de kerkzaal niets van het geluid buiten hoort. Er heerst een intense rust, ook op het drukste ogenblik van de dag.
Globaal genomen heeft de nevenruimte, gelegen aan de andere kant van de hal, een rechthoekige vorm. De ramen kijken gedeeltelijk uit op de weg, gedeeltelijk op het gemeentelijk plantsoen. Praktisch is het doorgeefluik naar de aangrenzende keuken, origineel het ook hier uit twee hellende vlakken bestaande plafond, over 50 pct. van het plafondoppervlak bestaande uit oranje geverfde vuren delen, breed circa 10 cm en aangebracht tegen de bruin geschilderde gordingen. Tussen die delen door ziet men de gordingen en de heraklithplaten onder de dakbedekking.
Voor de kleine schare die zich het laatste jaar intensief heeft bezig gehouden met de totstandkoming is het gebouw zeer dierbaar geworden en een niet meer weg te denken stuk van hun leven. Moge dat in de toekomst het geval zijn bij velen, zowel leden als niet-leden van onze gemeente.
Tenslotte nog deze gegevens: architect is A. Alberts te Amsterdam, aannemer de firma D. Pols en Zn., in Dordt een begrip van vakmanschap en soliditeit. De volgende afgeronde en deels voorlopige cijfers: bouwkosten f 158.000 (inclusief de grondboringen, waarvan de kosten zeer tegenvielen: men heeft langer dan normaal nodig gehad om een voldoende inzicht in de bodemgesteldheid te krijgen) aankoop grond f25.000; centrale verwarming / 9.000 (aardgas); electrischeinstallatie /2.000; meubilair, incl. orgel / 10.000.
In februari 1967 bedroeg ons tekort / 65.000, in juni 1967 f35.000. Achteraf bezien moeten die bedragen steeds met /10.000 worden vermeerderd voor de tegenvallers en de noodzakelijk geworden meerkosten. Per februari 1967 dus f75.000 en in juni 1967 /45.000. Op dit ogenblik f22.000. Een enorm resultaat, te danken aan de steun van leden en belangstellenden, van zustergemeenten en… van de lezers van dit weekblad, die destijds reageerden op ons verzoek ons kerkbouwfonds (Algemene. Bank Nederland te Dordrecht, giro 1598). te steunen. Thans willen wij nog pogen het tekort beneden de f 20.000 te brengen. Wie weet, lukt dat.
Nieuwe kerk ontwerp van Ton Alberts
De Dordtenaar (20-04-1968) was niet onverdeeld enthousiast over het werk van Alberts. Enige citaten uit het krantenbericht:
“Een bunkerachtig geheel waarop men vergeefs een toren zal zoeken. Het interieur is heel wat aantrekkelijker ook al week de architect volkomen af van de traditionele kerkbouw”.
“Een bunkerachtig geheel waarop men vergeefs een toren zal zoeken. Het interieur is heel wat aantrekkelijker ook al week de architect volkomen af van de traditionele kerkbouw”.
“Het is een wat wonderlijke zaak met het interieur van de kerk. De hal is rijkelijk voorzien van glazen doorkijkjes die echter weinig meer dan uitzicht bieden op de stenen voorplaats van de kerk. Direkt links betreedt men via een vier meter hoge deur de kerkzaal. Knap heeft de architect hier gewerkt met het licht van buiten. Voor de meeste bezoekers van de kerkzaal onzichtbaar zijn drie vensters aangebracht. Vensters, waar de lichtval op ieder moment van de dag voor een andere sfeer zorgt.”
Ton Alberts (1927-1999)
In België geboren, verhuisde hij op jonge leeftijd naar Amsterdam. In 1954 rondde hij zijn studie af aan de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst. Tot 1974 werkte hij daar als docent en als architect bij het bureau van Ben Merkelbach. Langzaam groeide het geloof dat liefde en toewijding een gebouw doen ontstaan dat zowel de gebruikers als de omgeving ten goede komt. Hij behoorde tot de stroming van het organisch bouwen. De grote doorbraak kwam voor Alberts met de bouw van ING bank in Amsterdam Zuid-Oost. Het gebouw kenmerkt zich door de grillige vormen, overdonderend en intrigerend tegelijk. In 1994 liet hij wederom een verbluffend staaltje zien van zijn talent, toen hij samen met Max van Huut het kantoor van de Gasunie in Groningen ontwierp.