‘Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk’, dit citaat uit de wijsheidsliteratuur (Spreuken 29: 18) gebruikte ds. Han Cuperus als verbindende tekst tussen de gelezen teksten uit Ezechiël en Marcus.
We hoorden hoe Ezechiël geroepen werd. Ezechiël werkte in Babylonië. Het Joodse volk had het daar goed, de mensen waren geassimileerd en ze verstonden de taal van God niet meer, misschien letterlijk, zeker ook figuurlijk. God roept Ezechiël om het volk weer tot de orde te roepen. Geen gemakkelijke taak want het volk is ‘halstarrig en eigenzinnig’. Maar Ezechiël hoeft niet bang te zijn, hij moet het volk laten weten wat God te zeggen heeft.
In het verhaal in Marcus hoorden we hoe Jezus in zijn eigen omgeving niet als profeet wordt gezien. Dat ontlokt hem de uitspraak “Nergens wordt een profeet zo miskend als in zijn eigen stad, onder zijn verwanten en huisgenoten”.
Ook vandaag de dag hebben we profeten, visionairs nodig. Dwarsliggers, mensen die niet altijd een boodschap brengen waar we blij van worden, maar broodnodig. En als we op onze eigen wijze iets van God’s wereld zichtbaar willen maken, dan geldt voor ons wat ook voor Ezechiël gold: niet bang zijn, maar laten weten wat God te zeggen heeft.
Download hier de orde van dienst.
Foto: Hermine Dekkers