Opwaaiend stof. Om dat te voorkomen legden de mensen langs de route hun mantels op de grond waar Jezus op zijn ezelsveulen overheen reed. We lazen erover in Marcus 11. Ds. Han Cuperus wees ons erop dat de ezel in het oude Israël als een onrein dier werd gezien. Dus daarom worden er kleden over de ezel gelegd om Jezus niet met hem in contact te laten komen en op de grond om die niet te ontheiligen.
De keuze voor een ezelsveulen verwijst naar Zacharia 9: 9 ‘Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.’
Dat Jezus hier kiest voor een onrein rijdier is later geinterpreteerd als: Hij komt voor de Joden én voor de niet-Joden.
De menigte die Jezus hier toejuicht bestaat mogelijk voor een groot deel uit de mensen die later die week zijn kruisdood eisen. In de menigte kan je anoniem zijn, de menigte kan je meeslepen. Het is moeilijker om als individu voor je mening uit te komen, soms levert het je pijn en uitstoting.
Jezus wordt op Goede Vrijdag zo door de menigte uitgestoten en hij lijdt pijn. Maar Zijn boodschap van vrede en rechtvaardigheid heeft door de eeuwen heen veel stof doen opwaaien.